“Ga jij hierna wetenschappen studeren?” vroeg hij me ernstig.
“Neen,” antwoordde ik. “Ik kies voor een taalopleiding.”
“Je bent heel zeker? Zeker geen fysica of scheikunde?” checkte hij nog eens.
“Heel zeker, meneer.”
Het was mijn leraar scheikunde die me aansprak tijdens een van de laatste dagen op de middelbare school.
“Goed. Dan negeren we die buis op scheikunde en gun ik je een onbezorgde zomer zonder herexamen.” En weg was hij. Uit mijn leven. Want ik hield mijn belofte en bleef ver weg van alles wat zelfs maar een beetje naar wetenschappen rook. Op een occasioneel bezoek aan Technopolis na.
Ik zal die leraar nooit vergeten, niet alleen omwille van het sympathieke gebaar, maar ook vanwege zijn passie voor de wetenschappen. Ik was er haast jaloers op. Oké, ik mocht dan wel een passie voor taal en letterkunde hebben, maar daar red je de wereld niet mee.
Laat vandaag het bewijs zijn dat de wetenschap dat wel kan.
De laatste weken zien we een heel ander soort gasten opgevoerd worden in praatprogramma’s. Mensen die niet wakker liggen van welke kleur trui hun ogen mooi doen uitkomen. Mensen aan wiens lippen iedereen nu hangt, zelfs onze ministers die anders altijd het laatste woord hebben.
Dus bij deze: petje af, leve de wetenschap!