In het algemeen heb ik weinig problemen met veranderingen. Verhuizen, job hoppen, veertig jaar worden,… ik deed het zonder omzien. Maar mijn kinderen zien groot worden, daar heb ik het soms verdorie moeilijk mee.
Ze doen het nochtans vrij stiekem, zodat het niet te hard opvalt hoe ze zich langzaam lostrekken richting hun eigen leven. Kleine stapjes, één voor één. Met uitzondering van de spurtjes. Die associeer je misschien vooral met baby’s, maar niets is minder waar. Mijn jongste en mijn oudste zetten deze maand zo’n spurt in. Hij wordt twaalf en studeert af van de lagere school. Zij slaat de poort van de kleuterschool achter ons dicht. Dat wordt gevierd met een proclamatie: de kleutertjes in een groene toga, de zesdejaars in het zwart. Ik heb het al twee keer meegemaakt met mijn ex-kleuters en nu is het de beurt aan de derde. Om het nog wat emotioneler te maken, zal ze dat doen aan de hand van mijn eerstgeborene…
Dat is afzien voor mijn moederhart. Ik ben een vat vol emoties dat met ouder worden steeds sneller overloopt.
Maar ik gun het mezelf. Ik ga er niet belachelijk over doen. Er zal gevierd worden met de zakdoek in de hand. En dat mag. Mijn tranen zijn een bewijs van hoeveel liefde ik geef en hoeveel trots ik voel.
Dat bedacht ik me tijdens het schoolfeest. Traditiegetrouw voeren de zesdejaars daar een afscheidsdansje op. Ik was zo trots op mijn zoon. Hij zag mijn tranen en lachte lief naar mij. Ik was zo mogelijk nog trotser.
Morgen wordt hij twaalf. Het einde van een tijdperk. The beginning of something new.