Mijn drie kinderen, ikzelf en een vriendje van mijn zoon zaten op een bankje, te likken aan ons ijsje. “Ik wou dat we al op vakantie waren,” zei de dochter. “Ga je daar geen schrik hebben?” vroeg het vriendje. “Misschien zijn er wel terroristen, zoals in Frankrijk…” De dochter zweeg en ik voelde me genoodzaakt even tussen beide te komen: “Daar mag je je niet door laten afschrikken. Zoiets kan overal gebeuren. Je kan je toch niet de rest van je leven thuis opsluiten?” Het vriendje antwoordde: “Neen, maar in ons dorp zal dat toch minder snel gebeuren.” Ik had hem nog eens willen aanmoedigen toch de wijde wereld in te trekken, maar dat deed ik niet. Het was duidelijk dat het hele gezelschap ervan overtuigd was dat ons dorp een veilige plaats was, en dat gevoel wilde ik hen zeker niet afnemen. Ik twijfelde hoe dit gesprek moest verdergaan. Totdat het vriendje zei: “Maar ik heb gehoord dat bijna alle IS-strijders zijn opgepakt.” Opnieuw zweeg ik. Soms is het fijn te geloven in de woorden van een kind. Daar, op dat bankje, met een ijsje, in een veilig dorp, kon niemand ons kwaad doen. En dat smaakte verdomd goed.

Chocolade voor ons allemaal #favouritetaste #augustbreak